Per 1 oktober 2017 zijn wij namens Zorggroep Izer gestart met het zorgprogramma CVRM (Cardiovasculair Risicomanagement). Het zorgprogramma is erop gericht om het risico op een hart- en vaatziekte te verlagen.
Voor wie is het zorgprogramma CVRM bedoeld?
Het zorgprogramma CVRM is voor alle patiënten die een hart- en vaatziekte hebben of hebben gehad. Dit betreft patiënten die gediagnosticeerd zijn met een door aderverkalking veroorzaakte klacht of aandoening:
- Angina Pectoris;
- Hartinfarct;
- TIA of CVA (beroerte);
- Claudicatio intermittens (etalagebenen);
- Aneurysma aorta (verwijding van buikslagader);
Per 1 januari 2018 kunnen ook patiënten met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten deelnemen aan het zorgprogramma CVRM. U hoeft hierbij dus geen klachten te hebben. Er kan sprake zijn van een verhoogd risico op hart- en vaatziekten als u bekend met een hoge bloeddruk, hoog cholesterol, suikerziekte, erfelijke aanleg of een ongezonde leefstijl.
Waarom is het zorgprogramma belangrijk?
Als u een hart- en vaatziekte heeft (gehad), dan is de kans dat u daar weer last van krijgt groot. Maar ook zonder dat u een hart- en vaatziekte heeft gehad, kan uw risico hoog zijn. Het is daarom belangrijk om te weten wat u kunt doen om uw risico om (opnieuw) een hart- of vaatziekte te krijgen, lager te maken.
Hoe werkt het zorgprogramma?
De praktijkverpleegkundige houdt in nauwe samenwerking met (en onder supervisie van) uw huisarts een speciaal spreekuur waarin met u wordt gesproken over eventuele klachten van hart of vaten, de aanwezigheid van mogelijke risicofactoren en de behandeling van deze risicofactoren. De behandeling kan bestaan uit (hulp bij) het aanleren van een gezonde leefstijl of medicatie die gericht is op het verlagen van risicofactoren. Uiteraard wordt uw behandeling aangepast aan uw persoonlijke behoeften en voorkeuren. Om de risicofactoren op hart- of vaatziekten in kaart te brengen, verricht de praktijkverpleegkundige verscheidende metingen zoals bloeddruk, lengte en gewicht.
Als u bekend bent met een hart- en vaatziekte of een hoog risico hierop loopt, stuurt de huisarts u door naar de praktijkverpleegkundige.
Zij zal met u kijken naar eventuele klachten van hart of vaten, mogelijke risicofactoren hierop en de behandeling van deze risicofactoren. Zij zal samen met u een risicoprofiel opstellen. Voordat u bij haar op het spreekuur komt laat u eerst bloed prikken en urine inleveren in het laboratorium. Hiervoor moet u nuchter zijn.
Tijdens het spreekuur zal de verpleegkundige u vragen naar uw leefstijl zoals: roken, alcoholgebruik, voeding en beweging en of hart- en vaatziekten in de familie voorkomen. Vervolgens worden lengte, gewicht en de buikomvang gemeten. Hiermee wordt de BMI berekend. Ook wordt de bloeddruk gemeten en de pols geteld.
Nu kan het risicoprofiel opgesteld worden. Er wordt berekend hoe hoog het risico op een hart- en vaatziekte in de toekomst is. Het zorgprogramma bestaat uit leefstijladviezen en medicamenteuze therapie.
De praktijkondersteuner zal met u een aantal leefstijladviezen bespreken b.v.:
- Stoppen met roken
- Adviezen voor voldoende lichaamsbeweging. Bij een BMI>30 kan bewegen bij de fysiotherapie geadviseerd worden
- Adviezen voor gezonde voeding eventueel met behulp van een diëtist
- Adviezen voor het bereiken van een optimaal gewicht
- Adviezen voor het beperken van alcoholgebruik
- Adviezen om stress te voorkomen of tijdig te herkennen eventueel met ondersteuning van een maatschappelijk werker of een psycholoog.
De afspraken die u samen maakt om uw leefstijl te wijzigen worden vastgelegd in een individueel zorgplan. De praktijkondersteuner of de huisarts en de apotheker bespreken met u eventuele medicamenteuze therapie.
Afhankelijk van uw risicofactoren wordt u uitgenodigd voor de griepvaccinatie. Binnen het zorgprogramma cardiovasculair risicomanagement (hart- en vaatziekten) werken samen: De huisarts, praktijkondersteuner, doktersassistent, diëtist, eerstelijnspsycholoog en apotheek.